De meeste werkgevers geven werknemers eerst een contract voor bepaalde tijd. Zo ook de werkgever in deze casus. Voor het gemak noemen we de werknemer waar het om draait Paul. Paul heeft een jaarcontract gekregen en omdat hij goed functioneert, wordt aan het einde van het eerste jaar zijn contract met nog een jaar verlengd. In het tweede jaar functioneert Paul minder en krijgt hij regelmatig kritiek op zijn werkhouding. Drie maanden voor het einde van zijn contract krijgt Paul een e-mail van zijn leidinggevende. De afgelopen tijd heeft hij zich namelijk regelmatig niet aan de werkafspraken gehouden. Paul werkt thuis zonder dat hij daar toestemming voor heeft en maakt ook overuren zonder toestemming. Ook is hij regelmatig ziek, maar doet hij hier geen melding van. Deze e-mail is een duidelijke waarschuwing voor Paul.
Het is begin december en Paul moet nog 1 maand werken voordat zijn contract afloopt. Via WhatsApp meldt hij zich ziek. Paul ontvangt vervolgens een brief, waarin verschillende dingen aan de orde worden gesteld. Allereerst wordt hem verteld dat zijn arbeidsovereenkomst van rechtswege zal eindigen en zijn contract dus niet verlengd wordt. In de brief worden ook een aantal werkzaamheden opgesomd die hij nog moet afronden. Omdat er geen vertrouwen meer in Paul is, hoeft hij de werkzaamheden niet op kantoor uit te voeren. Hij mag het thuis doen en hoeft alleen nog maar op kantoor te verschijnen om zijn werkzaamheden over te dragen. Ook wordt Paul in de brief uitgenodigd voor een afsluitend gesprek met zijn leidinggevende. Tot slot wordt hij gewezen op het feit dat het niet nakomen van de afspraken in de brief, gevolgen zal hebben voor de uitbetaling van zijn salaris van december, de laatste maand van zijn contract.
Paul voert de werkzaamheden niet uit en verschijnt niet op het gesprek. Hij stuurt de avond voor het gesprek een e-mail dat hij niet in staat is om te komen. Hij is echter wel in staat om de volgende dag op vakantie naar Canada te gaan.
Het is een halfjaar later. De werkgever heeft een brief van Paul ontvangen, waarin hij sommeert om zijn salaris van december en zijn achterstallige vakantiegeld te betalen. De werkgever laat weten dat zij dit niet zullen doen, omdat Paul de afspraken uit de bewuste brief niet is nagekomen. Als reactie daarop start Paul een rechtszaak.
Op grond van artikel 7:627 BW ben je als werkgever niet verplicht om loon te betalen, als werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht. Wat dat betreft wordt de werkgever hier in het gelijk gesteld. De werkgever heeft echter ook het achterstallige vakantiegeld niet betaald, omdat zij vindt dat ze schade heeft geleden doordat Paul zijn werk niet heeft afgemaakt. De rechter vindt dat dit niet genoeg onderbouwd is en Paul heeft dus wel recht op het vakantiegeld.
De rechterlijke uitspraak kunt u hier lezen.
Benieuwd wat te doen bij een arbeidsconflict en een ziekmelding? Lees het in dit artikel.
Topics: